U bent hier:

De invoering van het UBO-register

Wat is de mening van FBNed over bijvoorbeeld de kabinetsplannen of het openbaar aandeelhoudersregister?
Wat maakt dat beleid of wet- en regelgeving anders uitpakt voor familiebedrijven?
In hoeverre is er sprake van een gelijk speelveld voor familiebedrijven t.o.v. andere ondernemingsvormen?


Over deze en andere relevante vragen neemt FBNed regelmatig standpunten in en brengt deze onder de aandacht bij politici en beleidsmakers. HIeronder vind je onze standpunten.

12/01/2016

De komst van het UBO-register is een feit. UBO staat voor ‘ultimate beneficial owner’, de uiteindelijk gerechtigde of begunstigde van bijvoorbeeld een vennootschap of een trust. Een UBO is iedere natuurlijke persoon die voor meer dan 25% (in)direct eigendom of zeggenschap heeft.

De verplichte invoering van dit register volgt uit de 4e antiwitwasrichtlijn die het Europese Parlement op 20 mei 2015 heeft aangenomen. Nederland moet deze richtlijn vóór 27 juni 2017 omzetten in zijn nationale wetgeving. Het doel van deze richtlijn is om – door middel van transparantie – belastingontduiking, witwaspraktijken en terrorismefinanciering aan te pakken. Een te steunen doel, maar de vraag rijst of het UBO-register, zoals voorgeschreven in de richtlijn, het juiste middel is om dit doel te bereiken. Komt het recht op privacy door het UBO-register niet te zeer in de knel? En is er dan een risico dat het register averechts werkt? Voor vermogende particulieren en familiebedrijven, die vanwege veiligheid en vertrouwelijkheid anonimiteit verkiezen, heeft de aankondiging van het verplichte register veel onrust gebracht. Dat is begrijpelijk, want een eenvoudig toegankelijk register met hun persoonsgegevens, kan een bedreiging vormen voor hun privacy en eventueel zelfs hun persoonlijke veiligheid en die van hun kinderen.
Als familiebedrijven zich hierdoor terughoudend gaan opstellen en in hun schulp kruipen, is het niet ondenkbaar dat het register contraproductief zal werken voor het doel van de richtlijn en uiteindelijk tot minder transparantie zal leiden.

FBNed dringt er vanuit zijn belangenbehartigingsrol bij de wetgever op aan om een goede balans te vinden tussen de maatschappelijke wens tot transparantie en het individuele recht op privacy. Daarbij zal ook elk individu de zekerheid moeten hebben dat de verwerking van haar of zijn persoonsgegevens met voldoende waarborgen is omkleed. Nederland zou, als koploper op het gebied van de bescherming van privacy, ook hier de rechten van het individu zoveel mogelijk moeten beschermen.

In de publicatie ‘op zoek naar de balans tussen transparantie en privacy’ toont PWC de resultaten van het onderzoek naar de impact van het UBO-register op vermogende families en familiebedrijven in twaalf Europese landen. Voor al deze landen geldt dat familiebedrijven de ruggengraat van de nationale economie vormen. PWC heeft zowel de bestaande als de toekomstige registratieregeling voor u in kaart gebracht. Met deze publicatie is een bijdrage geleverd aan een gedegen, inhoudelijke discussie over het spanningsveld tussen transparantie en privacy. Interessant om eens door te lezen.

PWC Publicatie "Op zoek naar de balans tussen transparantie en privacy" (pdf. 2.1MB)

Leden