U bent hier:

WBSO aangepast

30/10/2018

Het kabinet was niet voornemens de WBSO aan te passen zoals uit de Miljoenennota voor 2019 bekend werd. Dat was voor ons teleurstellend. Echter het niet afschaffen van de dividendbelasting betekende een herverdeling van 1,9 miljard euro voor het bedrijfsleven. Daarvoor heeft FBNed een aantal suggesties gedaan zoals het niet verhogen van de box 2 heffing en het aanpassen van het WBSO-tarief in de 2schijf. 

Bescheiden succes na suggesties FBNed
De suggesties hebben geleid tot een bescheiden succes. Het kabinet heeft besloten een deel van de middelen in te zetten voor een verhoging van de 2schijf naar 16%. Een mooi resultaat maar nog niet voldoende om de R&D-doelstelling van Nederland te halen. Onze inspanningen om een beter innovatieklimaat voor familiebedrijven te realiseren gaan door.

Huidige stand van zaken
R&D-doelstelling van Nederland

Nederland heeft als doelstelling dat in 2020 2,5% van het bruto binnenlands product (BBP) aan R&D wordt uitgegeven. Dit is beneden de EU-doelstelling van 3%. In 2016 was dit percentage 2,03%. Ondanks deze doelstelling is er de komende jaren een daling voorzien van de overheidsmiddelen voor onderzoek en innovatie. 

WBSO is nog niet optimaal
Over de eerste € 350.000 S&O-kosten bedraagt het financieel voordeel 32% (1e schijf) en vanaf dit bedrag 14% (2e schijf). De regeling is bewezen effectief maar nog niet optimaal. Een specifieke prikkel om R&D investeringen te versterken, niet alleen bij multinationals maar ook bij het grotere MKB is het verhogen van het tarief in de tweede schijf van de WBSO. Dit tarief van 14% ligt substantieel lager in vergelijking met de fiscale R&D-instrumenten in diverse andere EU-landen. Een marginaal tarief van rond de 19% is volgens de OESO het optimale tarief om R&D uitgaven zo doelmatig en efficiënt mogelijk te stimuleren. Dan rendeert elke euro input maximaal.

Lange termijn inzet
FBNed heeft middels een notitie en gesprekken met politici gepleit voor een aanpassing van de 2schijf van 14 naar 19%. Dan is er sprake van een optimaal effect. Daarnaast vinden wij dat het beschikbare budget moet meegroeien met de economie en niet zoals nu het geval is afhankelijkheid van een onderuitputting in voorgaande jaren. Dat geeft meer stabiliteit en voorspelbaarheid.

Leden